Programma Najaar 2024
Kwartetten op de Olympus
Grotere tegenstellingen dan tussen Prins Louis Ferdinand van Pruisen, de oorlogszuchtige poëet, Carl Maria von Weber, vernieuwer van de Duitse opera, de bohémien Jan Ladislaus Dussek en eerste echte romanticus Robert Schumann, zijn nauwelijks denkbaar. Toch leefden ze in dezelfde tijd en deelden ze dezelfde muzikale taal.
Louis Ferdinand en Dussek waren onwaarschijnlijke vrienden. Dussek was bij hem toen de prins sneuvelde in de Slag bij Saalfeld en componeerde een hartverscheurend muzikaal grafschrift. Carl Maria von Weber is tegenwoordig minder bekend om zijn kamermuziek dan om zijn opera’s. Maar zijn pianokwartet bewijst het ongelijk van het IJzeren Repertoire. Robert Schumann bereikte als componist wat hij als pianist niet haalde: eeuwige muzikale roem. Zijn pianokwartet is een van zijn meest klassieke en meest geliefde werken.
Met deze vier stellen wij ons een klassieke Salon voor, boven op de Olympus, waar de vier zo verschillende genieën samen het podium delen.
Fotografie Róza Radnóti
Elisabeth Smalt – altviool
Mátyás Virág – cello
Bart van Oort – fortepiano
Jan Ladislaus Dussek.
Pianokwartet in Es, op. 56
Carl Maria von Weber
Pianokwartet in Bes, op. 8
Louis Ferdinand van Pruisen
Pianokwartet Andante mit Variationen in Bes, op. 4
Robert Schumann
Pianokwartet in Es, op. 47
Do 31 okt 2024 | 20:00 | Amsterdam | Uilenburger Sjoel (tickets) |
Vrij 1 nov 2024 | 20:00 | Tholen | Oude Stadhuis (tickets) |
Za 2 nov 2024 | 20:15 | Buren | St. Lambertuskerk (tickets) |
Programma Seizoen 2024–2025
Mozarts Melancholie
Mozarts pianokwartetten en de kwintetten voor vier strijkers plus een solist behoren tot zijn meest verfijnde kamermuziek. Hij schreef het klarinetkwintet speciaal voor zijn vriend Anton Stadler en diens melancholieke bassethoorn. In dit programma brengt Frank van den Brink een prachtige kopie van dit bijzondere instrument mee. Als Mozart een nieuwe symfonie of een pianoconcert in première bracht dan gonsde dat door de stad. Maar voor de muziekliefhebber uit die tijd waren er maar een paar manieren om de laatste nieuwigheden in het muziekleven te kunnen horen: wie van goede komaf was hoorde misschien het concert, daarna verdween het nieuwe werk meestal snel van het podium ten gunste van andere premières. Daarom was het plezierige alternatief om die muziek waar iedereen over praatte, thuis zelf te spelen. Arrangementen verschenen dan ook binnen enkele dagen na een première al in druk. Het is wel zeker dat de kamermuziekbezetting van pianoconcerten en het onsterfelijke ‘Eine Kleine Nachtmusik’ vaker te horen moeten zijn geweest dan de originelen.
Elisabeth Smalt – altviool
Mátyás Virág – cello
Frank van den Brink – klarinet
Bart van Oort – fortepiano
Pianoconcert in A, KV 414
Pianokwartet in g, KV 478
Klarinetkwintet in A, KV 581
Schatgraven met Schubert
Schubert is synoniem aan lyriek. Sommige van zijn bijna 600 liederen werden zo bekend dat ze bijna tot de folklore van de westerse cultuur zijn gaan horen. Andere bleven praktisch onbekend: het zijn onontgonnen schatten van de romantiek. Gelukkig was Schubert zijn eigen schatgraver, want hij hergebruikte regelmatig liedmelodieën als thema voor een kamermuziekwerk. Samen met bariton Raoul Steffani groeven ook wij in Schuberts lied-oeuvre, een schat groter dan die van Croesus. Van onschatbare waarde is bijvoorbeeld Der Tod und das Mädchen, door Schubert hergebruikt in het strijkkwartet in d klein. In het vrijwel onbekende pianokwartet – eigenlijk een klein pianoconcert voor de salon – speelt lyriek een veel grotere rol dan techniek. Dat was uitzonderlijk in de vroeg-romantiek, waar componist-pianisten hun plaats in het muziekleven op het virtuoze podium moesten winnen. Het pianokwartet is juist in zijn intimiteit veeleisend en daarmee op zijn eigen, melodische manier virtuoos. Schubert, die alleen in de intieme setting van de muzikale salon optrad, laat hiermee opnieuw zien dat virtuositeit niet persé bestaat uit adrenaline en dadendrang.
Heleen Hulst en Ivan Iliev – viool
Elisabeth Smalt – altviool
Mátyás Virág – cello
Bart van Oort – fortepiano
Ständchen D. 957 voor altviool en piano
Adagio en Rondo Concertante in F, D. 487 voor pianokwartet
Auf dem Strom, D. 943 voor bariton, altviool en piano
Der Lindenbaum en Die Post uit Winterreise, D. 911 voor bariton en pianotrio
Der Tod und das Mädchen – Strijkkwartet in d, D. 810
Kwartetten op de Olympus
Grotere tegenstellingen dan tussen Prins Louis Ferdinand van Pruisen, de oorlogszuchtige poëet, Carl Maria von Weber, vernieuwer van de Duitse opera, de bohémien Jan Ladislaus Dussek en eerste echte romanticus Robert Schumann, zijn nauwelijks denkbaar. Toch leefden ze in dezelfde tijd en deelden ze dezelfde muzikale taal. Louis Ferdinand en Dussek waren onwaarschijnlijke vrienden. Dussek was bij hem toen de prins sneuvelde in de Slag bij Saalfeld en componeerde een hartverscheurend muzikaal grafschrift. Carl Maria von Weber is tegenwoordig minder bekend om zijn kamermuziek dan om zijn opera’s. Maar zijn pianokwartet bewijst het ongelijk van het IJzeren Repertoire. Robert Schumann bereikte als componist wat hij als pianist niet haalde: eeuwige muzikale roem. Zijn pianokwartet is een van zijn meest klassieke en meest geliefde werken. Met deze vier stellen wij ons een klassieke Salon voor, boven op de Olympus, waar de vier zo verschillende genieën samen het podium delen.
Elisabeth Smalt – altviool
Mátyás Virág – cello
Bart van Oort – fortepiano
Jan Ladislaus Dussek.
Pianokwartet in Es, op. 56
Carl Maria von Weber
Pianokwartet in Bes, op. 8
Louis Ferdinand van Pruisen
Pianokwartet Andante mit Variationen in Bes, op. 4
Robert Schumann
Pianokwartet in Es, op. 47