Van Swieten Society

Schatgraven met Schubert

Schubert is synoniem aan lyriek. Sommige van zijn bijna 600 liederen werden zo bekend dat ze bijna tot de folklore van de westerse cultuur zijn gaan horen. Andere bleven praktisch onbekend: het zijn onontgonnen schatten van de romantiek. Gelukkig was Schubert zijn eigen schatgraver, want hij hergebruikte regelmatig liedmelodieën als thema voor een kamermuziekwerk. Samen met bariton Raoul Steffani groeven ook wij in Schuberts lied-oeuvre, een schat groter dan die van Croesus. Van onschatbare waarde is bijvoorbeeld Der Tod und das Mädchen, door Schubert hergebruikt in het strijkkwartet in d klein. In het vrijwel onbekende pianokwartet – eigenlijk een klein pianoconcert voor de salon – speelt lyriek een veel grotere rol dan techniek. Dat was uitzonderlijk in de vroeg-romantiek, waar componist-pianisten hun plaats in het muziekleven op het virtuoze podium moesten winnen. Het pianokwartet is juist in zijn intimiteit veeleisend en daarmee op zijn eigen, melodische manier virtuoos. Schubert, die alleen in de intieme setting van de muzikale salon optrad, laat hiermee opnieuw zien dat virtuositeit niet persé bestaat uit adrenaline en dadendrang.

Raoul Steffani – bariton
Heleen Hulst en Ivan Iliev – viool
Elisabeth Smalt – altviool
Mátyás Virág – cello
Bart van Oort – fortepiano
Liederen voor bariton en fortepiano
Ständchen D. 957 voor altviool en piano
Adagio en Rondo Concertante in F, D. 487 voor pianokwartet
Auf dem Strom, D. 943 voor bariton, altviool en piano
Der Lindenbaum en Die Post uit Winterreise, D. 911 voor bariton en pianotrio
Der Tod und das Mädchen – Strijkkwartet in d, D. 810

Sponsors